Na het eerste en tweede steunpakket te hebben gepresenteerd, trekt het kabinet waarschijnlijk opnieuw miljarden uit om een derde steunpakket te presenteren. Waar er in het tweede steunpakket al enkele afzwakkingen waren ten opzichte van het eerste steunpakket, zoals bijvoorbeeld het schrappen van de ontslagboete, zijn er in het derde steunpakket nog meer afzwakkingen. Zo zullen de eisen om voor overheidssteun in aanmerking te komen, worden verhoogd en zullen de hoogtes van de vergoedingen geleidelijk worden verlaagd. Het derde steunpakket is dan ook vooral bedoeld voor de diepst getroffen sectoren, waaronder de horeca, evenementenbranche en cultuursector.

Naast de afzwakkingen, heeft het derde steunpakket ook een veel langere duur dan het eerste en tweede steunpakket. Het derde steunpakket loopt van 1 oktober 2020 tot 1 juli 2021. Deze periode van negen maanden is onderverdeeld in drie tijdvakken van drie maanden. Deze onderverdeling is gericht op het geleidelijk afzwakken van de steunmaatregelen.

Enkele eerder gepresenteerde regelingen zullen in het derde steunpakket (in aangepaste vorm) terugkeren. Deze regelingen worden daarmee als het ware verlengd. Hierbij gaat het om de NOW, Tozo, TVL, BMKB, GO-C, KKC en Belastingmaatregelen. De aanvraagprocedure voor deze regelingen zal vooralsnog hetzelfde zijn als voorheen.

Het kabinet neemt in het derde steunpakket ook nieuwe maatregelen. Deze maatregelen zijn gericht op het stimuleren van investeringen en het aanvullen van het sociaal pakket voor mensen die hun baan zijn verloren. Voor het stimuleren van investeringen zal het kabinet investeren in een nationale scale-up en een beoogd privaat fonds, en miljoenen reserveren voor steun van Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen. Via deze weg hoopt het kabinet publieke investeringen van de grond te krijgen, waardoor er meer werk zal komen in onder andere de bouwsector. Voor het aanvullen van het sociaal pakket voor mensen die hun baan zijn verloren, zal het kabinet ruim 1 miljard euro uittrekken voor het UWV en gemeenten waardoor zij deze mensen beter kunnen begeleiden bij het vinden van nieuw werk. Ook zal er nog geld vrijkomen voor om- en bijscholingsmogelijkheden.

 

NOW 3.0

NOW 3.0 loopt van 1 oktober 2020 tot 1 juli 2021 en is, evenals het derde steunpakket in het algemeen onderverdeeld in de eerder genoemde drie tijdvakken. Een werkgever kan NOW 3.0 voor elk apart tijdvak aanvragen. Hierbij maakt het niet uit of een werkgever gebruik heeft gemaakt van NOW 1.0 en/of NOW 2.0. Het UWV streeft ernaar om een aanvraag voor NOW 3.0 over het eerste tijdvak mogelijk te maken vanaf 16 november 2020. Uiteraard zal de aanvraag dan plaatsvinden met terugwerkende kracht, aangezien het eerste tijdvak start op 1 oktober 2020.

NOW 3.0 heeft ten doel om werkgelegenheid zoveel mogelijk te behouden en bedrijven de mogelijkheid te bieden zich voor te bereiden op de nieuwe economische situatie, waarin niet álle werkgelegenheid kan worden behouden. Daarom kent NOW 3.0 enkele wijzigingen ten opzichte van NOW 1.0 en NOW 2.0. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • Het minimale omzetverlies om aanspraak te kunnen maken op de regeling, gaat vanaf het tweede tijdvak omhoog van 20% naar 30%
  • De steun over negen maanden kent een geleidelijke afbouw van vergoedingspercentages. In het eerste, tweede en derde tijdvak bedragen de vergoedingspercentages respectievelijk 80%, 70% en 60%
  • Tegenover de afbouw van de vergoeding bestaat de mogelijkheid om de loonsom geleidelijk te laten dalen met 10%, 15% en 20% zonder dat dit ten koste gaat van de subsidie. De verhoging van dit percentage vindt telkens plaats bij de overgang op een nieuw tijdvak
  • Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen wordt er niet gekort op de NOW
  • Het maximaal te vergoeden loon per werknemer zal in het derde tijdvak worden verlaagd van maximaal 2x het dagloon naar maximaal 1x het dagloon

 

Tozo 3.0

De Tozo zal worden verlengd tot 1 juli 2021. Na 1 oktober 2020 kunnen zelfstandige ondernemers deze aanvragen bij de gemeente waarin ze woonachtig zijn. Als een ondernemer ook Tozo 2.0 heeft ontvangen, kan Tozo 3.0 middels een verkort aanvraagformulier worden aangevraagd. Bij de aanvraag dient te worden aangegeven dat het de beschikbare liquide middelen van de ondernemer lager liggen dan € 46.520 en of de situatie van de ondernemer sinds een eventuele eerdere aanvraag is veranderd.

De Tozo bestaat uit twee onderdelen: uitkering levensonderhoud en lening voor bedrijfskapitaal. Voor de uitkering van levensonderhoud kan een ondernemer zelf aangeven over hoeveel maanden hij/zij deze wil ontvangen. Als de ondernemer meer liquide middelen ter beschikking heeft dan € 46.520, komt deze niet voor de uitkering levensonderhoud in aanmerking. Voor de lening voor bedrijfskapitaal geldt een maximum à € 10.157 voor Tozo 1.0 t/m Tozo 3.0 gezamenlijk. Op de lening voor bedrijfskapitaal kan geen beroep worden gedaan als er een faillissement of surseance van betaling is aangevraagd of verkregen.

Naast de uitkering levensonderhoud en lening voor bedrijfskapitaal start Tozo 3.0 per 1 januari 2021 met een nieuwe fase. In deze fase zullen gemeenten ondernemers ondersteunen bij het voorbereiden op de toekomst door middel van inventariseren of en zo ja, welke ondersteuning voor de zelfstandig ondernemer nodig is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of omscholing en heroriëntatie.

In Tozo 3.0 blijft de in Tozo 2.0 aangekondigde partnertoets ook van kracht.

 

TVL

De TVL wordt verlengd tot 1 juli 2021. Deze verlenging is, evenals het steunpakket in haar algemeenheid, onderverdeeld in drie tijdvakken van drie maanden. Voor de verlengde TVL komen dezelfde sectoren in aanmerking als in de oorspronkelijke TVL en de TOGS (zie lijst). Aanvragen is mogelijk van 1 oktober 2020 tot 29 januari 2021. Bedrijven die eerder een beroep hebben gedaan op de TVL zullen, indien van toepassing, opnieuw een aanvraag moeten indienen bij de RVO. Er gelden enkele wijzigingen ten opzichten van de oorspronkelijke TVL:

  • De vaste lasten van de onderneming moeten minimaal € 4.000 zijn in drie maanden, i.p.v. vier maanden
  • De subsidie bedraagt maximaal € 90.000, i.p.v. € 50.000
  • De grens van het omzetverlies gaat in stappen omhoog. In het eerste tijdvak geldt nog de grens van minimaal 30% omzetverlies. Deze gaat daarna omhoog naar 40% (tweede tijdvak) en 45% (derde tijdvak)

 

BMKB, GO-C en KKC

De extra, verruimde of meer toegankelijke kredietverlening en -garanties aan kleine en middelgrote bedrijven voor voldoende liquiditeit (BMKB-C, GO-C en KKC) blijven ook na 1 oktober 2020 gehandhaafd.

 

Belastingmaatregelen

Het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling is mogelijk tot 1 oktober 2020 voor drie maanden. Daarmee is het dus tot uiterlijk 1 januari 2021 mogelijk op uitstel van betaling te krijgen. Daarna is niet meer mogelijk om bijzonder uitstel van betaling te krijgen vanwege corona, maar is het wel mogelijk om uitstel van betaling aan te vragen volgens de gebruikelijke manier die er ook al was voorafgaand aan de coronapandemie.

Ondernemers die zich beroepen op het bijzonder uitstel van betaling bouwen in de desbetreffende periode soms een enorme belastingschuld op. Daarom heeft de Belastingdienst een speciale betalingsregeling getroffen. Deze betalingsregeling loopt van 1 januari 2021 tot 1 januari 2023. In deze regeling wordt de schuld in 24 maanden met een gelijk bedrag per maand afgelost. Ondernemers zullen in december 2020 per post op de hoogte worden gesteld van de hoogte van hun belastingschuld, de voorwaarden van de betalingsregeling en het maandbedrag voor de aflossing. In maart 2021 ontvangen deze ondernemers opnieuw een brief waarin eventuele wijzigingen in de betalingsregeling worden toegelicht. Mogelijk wijzigt het aflossingsbedrag dan iets. Tot 31 december 2021 blijft de invorderingsrente bij de Belastingdienst 0,01%

Belastingverplichtingen die ontstaan na afloop van het bijzonder uitstel dienen binnen de normale termijn te worden betaald. Hierbij wordt uitgegaan van de datum waarop een aanslag is ontvangen of een aangifte is ingediend. Als voorbeeld wordt een aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal van 2020 die in januari 2021 is ingediend, niet meegenomen in het bijzonder uitstel.

Als het een ondernemer niet lukt om de betalingsregeling tijdig te voldoen, is het mogelijk om in overleg met de Belastingdienst een passende oplossing te zoeken.

Naast het bijzonder uitstel van betaling blijven ook enkele eerder aangekondigde belastingmaatregelen van kracht, waaronder:

  • verlaging gebruikelijk loon ondernemer met aanmerkelijk belang in bedrijf
  • versoepeling urencriterium
  • verhoging werkkostenregeling
  • fiscale coronareserve
  • uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap
  • versoepeling hypotheekaflossing

 

Door Rik van den Aakster

 

Bron: www.rvo.nl, www.belastingdienst.nl, www.accountancyvanmorgen.nl en www.rijksoverheid.nl.